Op het dieptepunt van een crisis is het soms moeilijk te geloven, maar na een bearmarkt komt een bullmarkt die de daling van de bearmarkt vaak verrassend snel goedmaakt.
In 2007 bereikten de wereldwijde aandelenbeurzen een piek en begon een van de ergste bearmarkten uit de geschiedenis. Op dat moment was er weinig aanleiding om aan te nemen dat er paniek zou uitbreken. De dalingen waren gering en de banken waren nog niet begonnen met de enorme (en overbodige) afschrijvingen op hun balansen. Maar een jaar later werden de consequenties ernstiger doordat banken illiquide effecten drastisch omlaagprijsden en de Amerikaanse Fed en de fiscus geen gecoördineerde maatregelen namen. De economie kreeg een klap en de markten raakten in paniek. In het najaar en de winter van 2008 maakten veel beleggers een zware tijd door. Van de piek tot het dal op 9 maart 2009 daalde de S&P 500-index met 55,3%.[i] In het diepst van het dal verwachtten sommige mensen dat aandelen nooit meer zouden stijgen. Veel beleggers dachten toen dat ze hun beleggingsdoelen wel konden vergeten. Jaren later echter maakten de koersen de daling weer goed – en stegen ze zelfs door. Dit maakt de herinneringen aan die bearmarkt weliswaar niet minder pijnlijk, maar het is wel een waardevolle les: met een lange beleggingshorizon zijn uw beleggingsdoelen niet onhaalbaar als u belegd blijft tijdens een bearmarkt.
De volatiliteit op de aandelenmarkt in de bearmarkt van 2008–2009 was zenuwslopend en het leek alsof de koersen door elke gebeurtenis – of zonder enige reden – verder daalden. Sommigen waren bang dat de hele aandelenmarkt tot nul zou zakken. Waarschijnlijk verkochten sommige beleggers hun aandelen, op zoek naar activa die minder vatbaar leken voor de chaos: cash, vastrentende effecten, goud, lijfrentes, noem maar op. Hoewel dat op dat moment mogelijk voor een beter gevoel zorgde, ging het voorbij aan een eenvoudige waarheid: na een bearmarkt komt een bullmarkt. Beleggers hebben soms de drang iets te willen doen als de markt volatiel is of tijdens een bearmarkt, maar die behoefte iets te willen doen kan verkeerd uitpakken voor uw financiële doelstellingen.
Het is gevaarlijk om dit uit het oog te verliezen, vinden we. Afhankelijk van uw beleggingshorizon en kasstroombehoeften, is het niet noodzakelijkerwijs rampzalig om in een bearmarkt belegd te zijn. Als u aandelen verkoopt nadat ze in een bearmarkt zijn gedaald, zorgt u er volgens ons alleen maar voor dat u uw verlies vastlegt en dat u een groter risico loopt dat de aandelenkoersen weer opveren voordat u weer instapt. U wordt dan in feite door de hond en door de kat gebeten; u incasseert het verlies van de daling én u mist de scherpe initiële opvering.
Deelname aan een bearmarkt hoeft niet tot een permanente achterstand te leiden, als u tenminste ook aan alle bullmarkten deelneemt. Voor veel beleggers is dit een moeilijk te doorgronden concept: toen er in 2009 een bullmarkt volgde, waren velen bang voor een "nieuw normaal", met een lager dan gemiddeld aandelenrendement. Aangezien er een hoger winstpercentage nodig is om een bepaald verlies te compenseren, ontstond er tijdens het herstel bezorgdheid over een "nieuw normaal", dat tientallen jaren zou aanhouden en waarin verliezen niet zouden worden goedgemaakt.
Zelfs als u het idee van een "nieuwe normaal" maar onzin vond en enkel uitging van het gemiddelde jaarrendement van aandelen (rond de 10% sinds 1926),[ii] kan het zijn dat u ervan uitging dat het nog minstens tien jaar zou duren voordat uw portefeuille weer zou zijn hersteld. Maar deze gemiddelde rendementen omvatten alle bearmarkten en het grootste deel van de tijd waren de daadwerkelijke jaarlijkse rendementen veel hoger dan het langetermijngemiddelde. Winsten hebben vaak een onregelmatig karakter en aangezien bearmarkten doorgaans met een V-vormige opvering eindigen, is het mogelijk dat de grootste stijgingen vroeg in een bullmarkt plaatsvinden, waardoor het herstel sneller gaat; dit komt voor vele beleggers als een verrassing. Zo steeg de S&P 500 bijvoorbeeld van het dieptepunt van 9 maart 2009 tot het einde van het jaar met 68%.[iii] Andere herstelperiodes kwamen ook snel en met forse winsten, waarbij binnen enkele jaren, soms binnen enkele maanden, nieuwe records werden gevestigd op de aandelenmarkten.
Figuur 1: Het herstel van Amerikaanse aandelen na de bearmarkt van 2007–2009
Bron: FactSet, per 15/11/2018. Dagelijks rendement S&P 500 Price Index, in USD, 09/10/2007–28/03/2013. Wisselkoersschommelingen kunnen tot een hoger of lager rendement leiden.
Het heeft ongeveer vier jaar geduurd voordat de bullmarkt die in 2009 was begonnen de eerdere piek weer had geëvenaard (figuur 1). (Met inbegrip van dividend is dit drie jaar.) Vier jaar lijkt een lange periode als u er middenin zit, maar als u belegt voor de komende 15, 20, 30 jaar of langer, dan lijkt het relatief korter.
Daarom geloven we dat als beleggers wat willen doen in een bearmarkt, ze dat óf in de beginfase moeten doen, óf helemaal niet. Tekenen van de vroege fase van een bearmarkt – een door fundamentals veroorzaakte daling van minstens 20% – omvatten toenemende euforie, waarbij de verslechterende fundamentals worden genegeerd, of een plotselinge negatieve gebeurtenis waardoor er in de wereldeconomie en op de aandelenbeurzen voor biljoenen aan waarde wordt weggevaagd. We denken niet dat het noodzakelijk is om bearmarkten te vermijden wanneer u voor de lange termijn belegt, maar het kan helpen. Maar het is van essentieel belang om een bearmarkt kort na zijn ontstaan te signaleren. Na een forse daling op de aandelenbeurzen is het risico van uitstappen over het algemeen groter dan het risico van belegd blijven. Wanneer u in een latere fase van een bearmarkt verkoopt, loopt u het risico door de hond en door de kat te worden gebeten.
Dit betekent echter niet dat er een standaardstrategie bestaat die voor alle beleggers geschikt is. Wat voor u passend is, is altijd afhankelijk van de unieke situatie waarin u zich bevindt, uw beleggingshorizon, kasstroombehoeften en doelstellingen. Maar voor beleggers van wie de beleggingshorizon lang genoeg is en die op korte termijn geen hoge kasstroombehoefte hebben, hoeft het doorstaan van een bearmarkt niet te betekenen dat ze een permanente achterstand oplopen. Omdat bearmarkten zenuwslopend zijn, staan ze in ons geheugen gegrift, maar op het langetermijnrendement van aandelen hebben ze minder invloed.
[i] Bron: FactSet, per 06/10/2017. S&P 500 Total Return Index, in USD, 09/10/2007 – 09/03/2009. Wisselkoersschommelingen kunnen tot een hoger of lager rendement leiden.
[ii] Bron: Global Financial Data, Inc., per 06/10/2017. S&P 500 Total Return Index, in USD, 1926–2016 Wisselkoersschommelingen kunnen tot een hoger of lager rendement leiden.
[iii] Bron: FactSet, per 10/6/2017. S&P Total Return Index, in USD, 3/9/2009–12/31/2009. Wisselkoersschommelingen kunnen tot een hoger of lager rendement leiden.